Verhaal

In gesprek met mevrouw E. Pepping-Hospers

Het was altijd hard werken op de boerderij aan de Julianalaan en op het land. Vooral als er geoogst moest worden, de bieten gekopt of geschoffeld. Dan was het alle hands aan dek.

Pepping Hospers landbouwmachine

Mevrouw Pepping heeft begin jaren ’50 examen voor de Mulo gedaan. Een van de examenopdrachten was het voordragen van een gedicht. Dit gedicht sprak haar heel erg aan en zij kende het na meer dan 70 jaar nog steeds. Geheel uit het hoofd heeft zij dit gedicht opgeschreven in een handschrift waarop je jaloers kunt zijn: dat vind je niet meer.

Het betreffende gedicht “De Dieren” van Aart van der Leeuw is vele jaren examenstof geweest en is op internet teruggevonden. Aan het door mevrouw Pepping geciteerde gedicht mankeerde na al die jaren geen woord:

DE DIEREN

De landman gaat, nu de avond is gevallen,
En de arbeid slaapt, voor ’t laatst zijn hoeve rond;
Hij keurt het werk der knechts in schuur en stallen,
En als zijn schaduw volgt hem trouw de hond.

Hij toeft bij ’t vee, en luistert hoe het ademt;
Rond schoft en horen hangt een warme damp,
Die met een geur van zomer hem bewademt,
En in een nimbus nevelt om de lamp.

Dan loopt hij tastend langs de ruif der paarden,
Verwelkomd door een dreunend hoefgeklop;
Hij spreekt hen aan, en streelt een ruig behaarden,
Een speels hem toegestoken manenkop.

En als hij eindlijk, rustig na ’t volbrachte,
De handen boven ’t vlammend houtvuur heft,
Vervult hen nog de ontroerende gedachte
Aan wat rondom hem leeft en ’t niet beseft.

Hij peinst en leest in ’t boek met koopren sloten
Het hoofdstuk uit, dat Noachs tocht beschrijft,
Hoe de arke met haar simple reisgenoten
Lang op den oeverlozen zondvloed drijft.

Gans in het wonderbaar verhaal verloren,
Terwijl hij mijmrend in den haardgloed staart,
Lijkt het hem of, door God daartoe verkoren,
Hij met zijn dieren over ’t water vaart.

Schrijver: Aart van der Leeuw

Mevrouw Pepping en haar man Derk (overleden 2022) bestierden de boerderij aan de Julianalaan. De boerderij waar nu haar schoonzoon en dochter een houtbewerkingsbedrijf hebben. Zoals zo vaak voorkomt hadden ook de heer en mevrouw Pepping geen opvolger voor het boerenbedrijf. Het was een gemengd bedrijf: ongeveer acht koeien en landbouw. Zij hadden het land aan de Julianalaan en daar waar nu, anno 2022, de Golfclub De Semslanden de scepter, of beter gezegd de golfclub, zwaait.

Het was altijd hard werken op de boerderij aan de Julianalaan en op het land. Vooral als er geoogst moest worden, de bieten gekopt of geschoffeld. Dan was het alle hands aan dek. De vrouwen en de opgroeiende kinderen, iedereen hielp mee en als dat nodig was hielpen de boeren elkaar. In en rond Gasselte waren er best veel boerenbedrijven.

pepping Hospers lunchtijd

Lunchtijd

De vrouwen op de combine of op de aardappelrooimachine. Hard en zwaar werk, maar gezellig was het ook. De hele dag, soms in de gloeiende zon, buiten op het land. Tussen de middag naar huis voor een lunchpauze? Vergeet het. De boterhammen en een flesje drinken waren meegenomen. Zittend in de slootwal en even pauze. Bij sommige zeer gelovige boeren ging ook de Bijbel mee, want thuis of op het land: er moest wel uit de Bijbel gelezen worden.
Pepping Hospers fles en bekers

Burenhulp

Burenhulp was belangrijk maar het liep niet altijd goed af. Zoals toen Geert Hadderingh bij Johannes Haandrikman de cultivator kwam lenen. “Hij staat in de schuur, pak hem maar”.

Maar wie ook in de schuur stond en van de toestemming niets af wist was de hond. En die zette zijn tanden in het been van Geert. Enfin, het is goed afgelopen met Geert, met de hond en met de cultivator.

Help dan toch

Het was een mooie en warme dag. Het was omstreeks Pasen en iedereen vertoefde buiten, blij dat de winter voorbij was. Ook de domineesfamilie aan het Lutkenend was achter het huis aan het genieten van het mooie weer. Maar daar werd gebeld en hoorden zij iemand roepen: “help, help dan toch!”. Voor de deur stond een meisje van een jaar of elf. Het kind was helemaal overstuur.

Voor het huis van de dominee was toen al een hertenkamp en het meisje was de herten aan het voeren. Tot opeens een van de herten zijn gewei verloor en het arme kind niet niet dat dat zo in de natuur geregeld was.

“Gaat hij nu dood?” Zij dacht dat het haar schuld was.

Dominee legde uit dat dit de natuur was en dat alle herten met een gewei dit in het voorjaar afwierpen waarna het weer aangroeide zodat ze er in de herfst weer mooi bijstonden.

Alle rechten voorbehouden

Media