Zelf was ik toen net geboren en ongeveer een week oud. Mijn vader, Jan Buiting, was met zijn medewerker Gerrit Dokter en de buurjongen van Gerrit, Dick Meertens - toen 14 jaar oud - bezig achter de boerderij. Ze hadden gras gemaaid om te hooien. Mijn vader had toen nog een gemengd bedrijf en het eerste gedeelte van de plaats achter de boerderij was toen grasland. Op hoofdlijnen was de situatie vergelijkbaar met nu, echter is nu alles akkerbouw.
De Dideldomweg bestond nog niet en de plaats had richting Gasselterboerveensemond een lengte van 2 kilometer. Deze percelen waren alleen bereikbaar over een smalle laan langs de wijk (kanaaltje voor de afwatering van het veen en het vervoer van de turf per schip - zie link)
Van oudsher waren de plaatsen ongeveer 80 meter breed en tussen 2 wijken lagen 2 plaatsen onderling gescheiden door een zwetsloot. De wijk achter onze boerderij was dus 2000 meter lang en kwam uit op een kopwijk of dwarsdiep die weer de verbinding vormde met de Gasselterboerveensemond. In 1953 kon er nog gevaren worden van de boerderij naar Stadskanaal.De wijk was trouwens niet erg diep, ongeveer een meter water en heel veel modder op de bodem. Het water stond zeker voor huidige begrippen wel hoog, ongeveer een halve meter onder het maaiveld.
Bij de terugkeer van het land naar de boerderij reed Gerrit op de autotrekker, een omgebouwde A Ford, over de laan. Mijn vader en Dick volgden lopend. Wat de oorzaak geweest is, is niet duidelijk maar Gerrit kwam met de autotrekker in de wijk. De trekker lag op zn kop, de banden staken net boven 't water uit en Gerrit zat er bekneld onder, onder water. Vader en Dick zijn direct in 't water gesprongen om hem eronder vandaan te krijgen, wat niet lukte.
Piet Venema was 5 plaatsen verderop bezig op 't land van Harm Roossien (later Geert Roossien), Gasselterboerveen 20. Het is niet bekend of hij 't heeft gezien of geschreeuw heeft gehoord, hij is in ieder geval direct beginnen te rennen, dwars over de plaatsen, door twee wijken en twee zwetsloten naar de plek des onheils. Een afstand van ruim 400 meter. Toen Piet er was, zijn ze met zijn drieën in staat geweest om de trekker op te tillen en te kantelen dat ze Gerrit boven water kregen.
Hij had dusdanig diep onder water gezeten dat zijn hoofd in de modder was gedrukt en hij nauwelijks water had binnen gekregen. Tot grote verbazing van het drietal kwam Gerrit, na mond op mond beademing redelijk snel bij. De modder had zijn leven gered. Hij heeft tenminste tussen de 3,5 en 4 minuten onder water gezeten.
Mijn vader is naar de boerderij gegaan, heeft mijn moeder gevraagd dr. Mulder dokter te bellen en is met paard en wagen Gerrit gaan halen. Dr. Mulder constateerde dat het goed ging met Gerrit, vervoer naar een ziekenhuis was niet nodig volgens hem, dagje kalm aan.
Mijn moeder heeft Gerrit onder de douche gezet, schone kleren gegeven en in bed gestopt. Vader heeft hem een uurtje later in een geleende auto naar huis gebracht. Gerrit wilde de volgende dag gewoon weer aan het werk op de boerderij. Dat liep anders. Hij heeft toch geruime tijd last gehad van de naweeën. Zijn vervuilde longen leidden er toe dat hij ruim een maand niet kon werken.
De betreffende wijk bestaat sinds 1959 niet meer. Bij de kanalisatie van de Hunze werd hier de nu nog bestaande hoofdafwatering gegraven.
Albert Buiting